Aan het woord Veluwe, deel 2

Een tijdje terug las je dat ik mee zou doen aan de schrijfwedstrijd ‘Aan het Woord!’. Maandag 15 november was de deadline.

Vorige week donderdag was het voor mij dan eindelijk zo ver. Ik wist dat de veranderingen die ik nog wilde maken het verhaal alleen maar zouden verbeteren. Toch bleef ik twijfelen. Ik vond het verhaal ook niet leuk meer.
Buiten het échte tijdgebrek, de ‘oh, ik moet nooodig naar de bieb’ (neptijdgebrek). Te moe, te laat in de avond, ‘not in the mood’ voor een kinderverhaal.
Ik heb mezelf donderdagmorgen, na het wegbrengen van Tristan gedwongen om er nog eens voor te gaan zitten. Ik las het verhaal, vond het (gelukkig) weer leuk, maar werd moedeloos van alle vraagtekens die het verhaal bij mijn proeflezer/coach/juf J. opriep. Nu moet ik zeker melden, dat J., zelf al een aantal kinderboeken op haar naam heeft staan.
Ik heb gedaan wat ik kon, geploeterd, gepoetst en het verhaal is een feit. Beter dan dit kan ik hem niet meer maken.
Het verhaal is leuk geworden, maar als maker vind je zelf altijd dat het beter kan.
Van een aantal lieverds om me heen kreeg ik te horen:
‘Je blijft altijd schaven, want je vind altijd wel iets wat in jouw ogen niet deugd’ of,
‘Jeetje, de eerste versie was al een dotje en toch is ie beter geworden’..
Maar na tien herschreven versies ben je het gewoon kwijt. Het gevoel dat het een leuk verhaal is. Na nog wat kleine tekstuele aanpassingen van een komma en een punt, een aanhalingsteken en woorden tellen (dat doet de pc gelukkig) was ik er echt ‘klaar’ mee.
Ik ben gaan printen en een voorblad gaan invullen. Op zich niet zo moeilijk, maar een biografie schrijven vind ik toch écht iets voor publicerende schrijvers.
Hoe dan ook. Donderdagmiddag, rond half drie heb ik hem op de post gedaan. Bij de Plus in de bak van TNT. Inmiddels heb ik de bevestiging binnen dat mijn verhaal ‘Een jas voor IJsbeer’ bij de desbetreffende persoon is en wordt gelezen door een vakkundige jury. Slik. Wat nou als ze niets met kinderverhalen hebben?
En toen kreeg ik een mail van J. . Dat er een reden is dat er een deadline is. Je moet het verhaal loslaten en insturen. Van een ander las ik: het is een wedstrijd voor NIET publicerende schrijvers, dus er mag best iets niet goed zijn. De uitslag is op zaterdag 11 december. Duim je voor me?

©Angelique van Dam – november 2010