ScriptPlus

Vorige maand was het zo ver. ScriptPlus begon. Omdat ik het toch altijd wat eng vind om alleen een eind van huis te gaan met de auto, ging ik gewapend met navigatiesysteem, extra drinken en eten (stel je voor dat je verdwaald) naar Amsterdam Amstel. Het was een onwijs leuke dag. Heerlijk om je alleen te focussen op het schrijven met gelijkgestemden. Schrijverszielen.

Omdat ik de eerste les behoorlijk stressvol vond omdat ik met de auto te ging, Besloot ik de tweede bijeenkomst , met trein te gaan zodat ik rustig mijn huiswerk kon doorlezen. De trein is op zich een onderneming op voor me. Ik denk dat het de vorige eeuw was toen ik alleen met de trein ging.
Afijn, mijn lief en kinderen hebben me op het station afgezet. Stom gedoe, kaartje kopen. Vroeger had ik een OV kaart. PARDON! Twintig euro voor een retourtje Amsterdam-Amstel! Allemachtig! Ineens schoot ik terug naar de guldentijd. Dat is meer dan veertig gulden. Ik dacht dat het openbaar vervoer zo goedkoop was. Met een retourtje Amsterdam-Amstel op zak, durfde ik me te begeven naar spoor twee en wachtte op de stoptrein richting Utrecht.

De trein kwam keurig op tijd. Ik zocht een fijn plekje bij het raam, opende mijn studiemap en ging aan de slag. Ik verbaasde me over de rust die over me heen viel en was al helemaal relaxt toen ik de trein wat vaart kreeg. Dat treinreizen is zo slecht nog niet. Uiteraard wist ik niet precies hoe vaak de trein zou stoppen dus ik stond een station te vroeg op en liep naar het halletje. Daar zaten drie jongens. Twee driftig in gesprek over de mooie plekken op aarde waar ze nog naar toe wilden. En er zat een jonge jongen die me goedkeurend van top tot teen bekeek. Nou ben ik niet op mijn bekje gevallen, maar dat voelde toch ook een beetje vreemd. Zo’n broekkie…
Hij sprak me aan omdat ik, tegen niemand in het bijzonder, riep of dit Station Amersfoort was. Die jonge jongen gaf antwoord. Nee, nog één station verder. Omdat die klere trein zo’n herrie maakte moest ik dichterbij hem gaan staan om hem te kunnen verstaan. Hij keek me diep in mijn ogen en vroeg:
‘Ga je naar je vriendje?’ Ik stikte nog net niet in mijn kauwgompje.
Ik: ‘Nee, ik ga naar school.’
Hij: ‘Heb je een vriend en zo nee, gaan we samen iets drinken?’
Ik was eigenlijk geschokt dat ie zo direct was. Maar vroeg hoe oud hij was. Hij vroeg me te raden.
‘Ik denk begin twintig,’ zei ik voorzichtig. Ik had het goed. Hij vroeg me naar mijn telefoonnummer, zodat we konden afspreken. Ik vroeg hem naar zijn nummer, omdat ik zogenaamd mijn mobiel niet bij me had. Zijn nummer schreef ik op mijn hand. Hij smeet nog met wat complimenten, waar ik me behoorlijk ongemakkelijk over voelde en ik vroeg hem: ‘Hoe oud denk je dat ik ben?’ Toen gaf hij een strelend antwoord. Ergens achter in de twintig, een glimlach rond mijn mond. Ja, nu was het tijd om hem uit een droom te helpen. ‘Martijn, ik ben vijfendertig, getrouwd en heb twee kinderen’. Hij schrok niet eens, en wilde toch iets met me drinken. En daar zit ik dan nu, op zondagmorgen, met een telefoonnummer op mijn hand geschreven, die werkelijk niet wil vervagen hoe vaak ik mijn handen ook was. Ik ga hem niet bellen of sms-en. Hij weet niet eens hoe ik heet. Het enige dat hij weet is dat ik kinderverhalen schrijf. Laten we dat maar gewoon zo houden.

©Angelique van Dam –  maart 2011

Tommie

Het lijkt bij ons net een dierentuin. Met vooral kleine huisdieren. Een dikke ouwe kater Nicky, een piratenaquarium met vier naamloze goudvissen, en onze laatste aanwinst van zomer 2010: een uit de kluiten gewassen dwergkonijn Tommie. Hij heeft een soort van weilandje in onze tuin. En met Tom, daar was iets mee deze week.

Vorige week zondagmorgen stuiterde Tommie nog door zijn reuzenren heen en weer toen ik hem ging voeren. Hij sprong als een gek tegen het hekwerk op, zo blij was hij me te zien. Bakje voer weer gevuld, vers water gegeven, een lekker snoepje zoals elke zondag.

Wij vertrokken naar Beverwijk, kochten een prachtig schilderij, sloegen een jaarvoorraad geurtjes en scheermesjes in, een nutteloos cadeautje voor de kids en gingen weer richting huis.
Het werd maandag. Het was die morgen een drukke maandagochtendspits. Tommie moest even wachten tot mijn middagpauze voor zijn eten. Niets aan de hand. In mijn lunchpauze naar huis, voor een broodje voor mezelf en een bakje voer en vers water voor onze Tom. Nadat ik eerst mezelf van eten had voorzien ging ik al roepend en rammelend met zijn voerblik naar buiten en verwachtte een Tommie die door zijn ren heen zou stuiteren. Maar, ik zag niets. Geen Tommie, wel zijn bakje met voer half leeggegeten, zijn drinken nog helemaal vol. Vreemd. Ik opende het deksel van zijn hok, nog even dacht ik: die gekkerd ligt misschien gewoon te pitten. Eerlijk toegeven ik heb hem nog nooit zien slapen, maar ik voelde al iets toen ik naar zijn lege ‘slaapkamer’ keek.

Tommie was ontsnapt. Op mijn knieën in mijn nette werkkleding sloop ik door zijn ren. En daar zag ik het. Onze Tom had zijn gaas doorgebeten en was op pad. Gewoon pleite. Ik riep hem maar kreeg geen reactie uiteraard. Ik speurde de tuin af om te kijken of Tom zich verstopt had tussen de voorzichtig knoppen schietende hortensia’s. Ik zag een heleboel, hier een sneeuwklokje, daar een tulpje wat zijn kopje uit het zand stak, maar geen Tom. Ik ben nog roepend door de straat gelopen, maar geen Tom die naar me toe kwam. Die avond na het werken was hij nog niet thuis. Ik durfde het de kinderen nog niet te vertellen. Wat zouden ze verdrietig zijn. Ik vertelde het mijn lief en hij zei: ‘Ach, die komt wel weer terug. Het is niet de eerste keer dat ie op stap is.’ Helemaal waar.

Toen ik dinsdag terug kwam van mijn werk was Tommie nog niet thuis. Toen floepte ik het er tijdens het avondeten per ongeluk uit. Ik zag die beteuterde gezichtjes van de kinderen en stelde voor om even de buren te vragen of ze Tom gezien hadden. Samen met de kinderen gingen we van deur naar deur. Niemand had Tom gezien. Een buurvrouw verderop herinnerde zich nog dat ze hem zag, zondagmiddag, drie huizenblokken verder. Dus besloten we daar te gaan zoeken. Mijn lief had zich inmiddels bij ons gevoegd. We zochten in de vallende avond naar een holletje in de geluidswal of een teken van Tommie. Maar het mocht niet baten. De oudste zoon dacht dat zijn vriendje onze Tom misschien gezien had. We belden aan en vroegen het zijn vader. En toen wisten we het… Tommie is er niet meer. De vader van dit vriendje had hem die maandag op laten halen. Hij was aangevallen door een hond.
Ik pinkte een traan weg. Ik vond het zo zielig dat onze Tom op die manier aan zijn eind was gekomen. De jongste (3) snapte het niet dat Tommie niet meer thuis zou komen. Ik vertelde dat hij in de dierenhemel was, boven de wolken. Hij keek omhoog de donkerblauwe lucht in. ‘Mama, ikke hem niet zien hoor!’ Hij dacht duidelijk na over de zin of onzin die ik hem verteld had. De volgende dag, vorige week woensdag vroeg de oudste aan me: ‘Mam, hoe heette ons konijn ook al weer?’ Ze vergeten het zo snel. Maar voorlopig blijf ik even weg uit de dierenwinkel, want voor ik het weet hebben we weer een konijn. Ik kan ze toch niet weerstaan. Het hok gaat weg, ik heb er iemand voor gevonden. Het zal best lastig zijn de spullen op te ruimen, want een gek en lief konijn dat was het zeker. Onze Tommie gaf kopjes dat had hij van Nicky geleerd.

©Angelique van Dam – februari 2011

‘Een jas voor IJsbeer’ voorgelezen!

Vorig jaar november blogde ik over ‘Een jas voor IJsbeer’ en over de wedstrijd “Aan het Woord!” Ik moet hier natuurlijk nog wel op terugkomen. Helaas, de wedstrijd niet gewonnen. Ik heb er geen traan om gelaten. Wel erg leuk om eens te zien hoe dat gaat. Leuke mensen ontmoet en gewoon genoten van het avondje uit.

Maar het IJsbeer verhaal kreeg nog een (wiebel) staartje. Ergens begin december vroeg mijn docente Jacobina Kunnen, (zelf Kinderboekenschrijfster) of ze mijn verhaal mocht voorlezen op de Bossche Winter Parade in Den Bosch. Ik was zeer vereerd en gelijk ook weer onzeker. Wat nou als.. natuurlijk, je begint me een beetje te kennen.
Vriendin en schrijfmaatje Sabine vroeg me of ik zelf niet ging luisteren naar mijn verhaal. Nu is Den Bosch niet echt hier om de hoek, maar dat mag de pret natuurlijk nooit drukken. Het gevoel dat ik misschien toch wel naar Den Bosch wilde om mijn eigen verhaal te horen was geboren. Ik sprak er over met mijn lief en hij opperde direct om met de hele familie te gaan. Ik sputterde nog even tegen. ‘Hoezo? Met zijn allen?? Jacobina leest alleen maar mijn Kinderverhaal voor. Iedereen in Huize Van Dam kent Een Jas voor IJsbeer inmiddels wel.’
Met een lichte twijfel zei ik tegen mijn lief: ‘Ach joh, laten we maar even kijken wat het weer doet, hoe glad de wegen zijn.’ en nog wat opmerkingen van die aard.
Maar naarmate de maandag voorbij kroop en ik te horen kreeg dat Jacobina écht mijn verhaal daar ging voorlezen, groeide bij mij het gevoel van trots. Ik moet hier toch bij zijn? Dit is mijn verhaal. En zo het geschiedde. Het werd dinsdag 28 december. Ik zou de hele dag werken, maar besloot die middag vrij te nemen. Thuis gekomen zat iedereen al klaar voor vertrek.
Toen we uiteindelijk op de Parade in Den Bosch aankwamen, was ik behoorlijk in schok. Dit was écht iets. Niet zomaar een klein iets, nee, een écht evenement. Met heuse kermisattracties, een soort van bar/koffiehuis, een poffertjes kraam en de NCRV met de wenskerstboom. Allemachtig! Een man las verhalen voor in een kring met kinderen. Zou daar mijn IJsbeer verhaal ten gehore worden gebracht?
Nadat we een bak koffie dronken om weer warm te worden zag ik Jacobina staan. Als snel vertrok ze naar het podium. Waar ze mocht plaatsnemen op de voorlees troon. Mijn verhaal zou over het plein heen schallen. Wat vet!
Ze ging zitten, pakte mijn verhaal uit haar tasje en vertelde dat het verhaal dat ze ging voorlezen een verhaal was van een studente van haar. Ik glom van trots, toen al
Gelukkig heb ik zo’n supersonische mobiel die van alles kan en ik besloot mijn verhaal te filmen. Na een minuut of tien was het verhaaltje uit. Ze noemde mijn naam. Ze zei: ‘De auteur van dit verhaal is Angelique van Dam’… bafffff, die hakte er in. IK? Auteur??? Ik dook nog net niet achter mijn lief.
Ik was bang dat ze nog even zou melden waar ik precies op het plein stond. En toen gebeurde het. Ik kreeg applaus. Ja, echt applaus van alle mensen op het plein. Ik sprong niet op om te laten zien dat IK de auteur van dit verhaal was, nee, ik glom in mijn eigen wereldje. En nog steeds. Telkens als ik het filmpje bekijk, dan glim ik weer.
Dat eerste applaus, dat smaakt naar meer!

©Angelique van Dam – januari 2011

Kerstboomleed

Direct nadat de Sint met zijn Pieten weer vertrokken is naar Spanje, moet en zal die kerstboom van de zolder af. Ik wil dat dan. Stiekem wil ik hem gewoon al in november zetten. Maar ja, kleine kinderen hier, dus ik doe ‘gezellig’ mee aan Sinterklaas. Meestal staat de boom de dag na Sinterklaas. Dit jaar met gevaar voor eigen leven… Het was nogal een rommeltje (en nog steeds) bij mij op zolder.

Maar belofte maakt schuld, ik had de jongens beloofd de woensdag na Sinterklaas de kerstboom op te tuigen. Had er niet aan gedacht mijn lief te vragen de kerstpullen vast te pakken. Gewapend met een gammele huishoudtrap en twee jongens in mijn kielzog vertrokken we richting zolder. Met een raar gevoel in mijn buik of ik wel weer van die vlonder af zou komen, instrueerde ik de kids om direct naar de buren te lopen als mama van de vlonder af zou kletteren. Je had ze moeten zien kijken…
Op de vlonder aangekomen, kreeg ik eerst ontzettende kramp in mijn voet. Jaha, lekker krampachtig de vlonder op klimmen met mijn 35-jarige lijf. Gaat niet echt soepel meer. Kermend en kreunend lag ik op de vlonder. Mijn oudste zoon vroeg of hij de buurman moest gaan halen. Nee, nog niet nodig mannetje.
Tussen de laatste babyspullen, zomerspullen en pakken laminaat lagen de kerstspullen. Eerst alles maar eens naar de voorkant van de vlonder schuiven, zodat ik het later, vanaf de trap zo kon pakken. Druk in gedachten en scheldend op mezelf (en mijn lief) vanwege de bende daar, besefte ik me ineens dat ik de jongens niet meer hoorde. Normaal zijn ze nooit zo stil. Ik hing over de rand van de vlonder en riep ze. ‘Mama, we zitten hier!’ kreeg ik als antwoord. Een glimlach, ze zaten met zijn tweetjes helemaal weggedoken tussen de droger en de wasmachine. Op een stukje vloer van maximaal een halve vierkante meter.. Jammer dat je op zulke momenten geen camera bij de hand hebt. Ze deden me denken aan oorlogskindjes op een geheime zolder. Maar dan met pretoogjes. Toen ik vroeg waarom ze juist daar zaten zei de oudste: ‘Als je dan van de zolder afvalt, val je in ieder geval niet boven op ons’. Daar had hij een punt.
Na een kleine tien minuten had ik alles op de rand van de vlonder gezet. De boom, de ballen, de andere versiersels. Ik strekte mijn voet uit om te voelen waar de trap was en daar begonnen ze: ‘Mama, mama, goed zo, je bent er bijna!’ Moeilijk om dan je lachen in te houden en geconcentreerd af te dalen. Toen ik op de rand van de trap stond te balanceren, sprongen de jongens op en kreeg ik luid applaus! Ze waren helemaal door het dolle heen!! Wat een schatjes en wat een vertrouwen.
Na een paar keer heen en weer sjouwen met dozen lag al de kerstzooi in de kamer. Jemig, ik had nog niet nagedacht over een geschikte plek voor de boom. Dan maar voor het keukenraam. Niet de meest voor de hand liggende plek, maar nu staat ie me niet in de weg. Je kunt je voorstellen dat de mannetjes zelf de ballen in de boom wilden hangen. Ja, natuurlijk, alles op ooghoogte. Subtiel heb ik gestuurd hoe de ballen moesten hangen, dat snap je.
En nu, zo net voor de kerst heb ik al weer flink de balen van die kerstboom. Vraag me niet waarom, hij staat niet in de weg, er liggen veel cadeautjes uit Amerika onder. Wat wil je nog meer? Nou, gewoon weer mijn huis zoals het is. Opgeruimd en netjes, geen storende kerstbomen voor mijn keukenraam. Geen jengelende wintergezichten op de kasten, geen kerstman die telkens van de vensterbank af valt. Geen kinderen die elke morgen beneden komen, de kerstboom het eerst groeten en vragen hoeveel nachtjes ze nog moeten slapen voordat de cadeautjes open mogen.
Ik overweeg om volgend jaar een kerstboom aan het plafond te hangen, gewoon op zijn kop. Kan ik volgend jaar ook niet lopen zeuren dat ik hem zat ben, omdat ik niet kan stofzuigen onder dat ding, of dat hij me het uitzicht naar mijn tuin ontneemt. Hoe het dan met de cadeautjes moet? Tja, dat zien we dan wel weer. Eerst maar eens zien of ik mijn lief zo gek kan krijgen dat hij een haak in het plafond gaat maken.
Fijne Feestdagen!

©Angelique van Dam – december 2010

Margriet (jep, dat tijdschrift)

Hallo allemaal!
Het voelt een beetje vreemd om weer hier te bloggen. Maar ik ga er mee door hoor. Ben al druk aan het zoeken naar een mooie template voor mijn website. Dit project heeft wel lang stil gelegen. Maar dat betekent niet dat ik stil gezeten heb. Welnee! De afgelopen maanden heb ik me bezig gehouden met schrijven. Heb mijn studie bijna afgerond (nog één opdracht), blog nog steeds op de website van Johan. En heb meegedaan aan een blogwedstrijd op Margriet.nl.
Helaas, heb ik die wedstrijd niet gewonnen. Maar vond het erg leuk om te doen. Als je ze wilt lezen, hier kun je ze allemaal vinden: http://www.margriet.nl/mijn-margriet/dagboek?user=Angelique75 Ben nog aan het bedenken of ik verder blijf bloggen op Margriet.nl, of gewoon hier ga bloggen. Ik zal wel zien. Op zich is het natuurlijk veel leuker om mijn eigen website te vullen.
Ik heb onwijs veel verhaalideeën liggen die ik allemaal nog wil uitwerken. Eerst alles maar eens schrijven, dan door een professional laten bekijken en dan durf ik het misschien wel aan om het naar een uitgever te sturen. Net met Marleen wat ideetjes voor een verhaaltje op papier gezet. Die wil ik van de week gaan schrijven. Leuk, gaat ze voorlezen voor de klas. Zij vindt het bijzonder en een luxe dat ze op verzoek een verhaaltje laat schrijven. Ik vind het spannend, want wat vinden de kleuters er van? Dat is het project voor aankomende week.

Dit is de laatste week van de schoolvakantie dus dit weekend moet het klaar zijn. Ik heb er zin in. Ik wil me me ook bezig gaan houden met schrijfwedstrijden. Niet eentje specifiek, maar ik heb de adressen waar ik ze kan vinden. Kortom, ik heb genoeg te doen. En nu ik dan eindelijk meer rust heb gevonden. Wil ik me meer gaan storten op het schrijven. Het schrijven is al een deel van mijn leven. Een deel dat ik met jou wil delen. Ga je mee op deze reis?

Tot snel!
Angelique

Vroeger

Denk jij nog wel eens aan vroeger? Toen de kratjes Heineken geel waren. Pfff, ze waren toen al groen. Toen Hyves, Facebook en Twitter nog niet bestonden? Ik wel. Pas nog! De aanleiding? Geen idee. Het kan de regen geweest zijn. Ik werd overvallen door een gevoel van blinde opruimwoede. Zo ernstig dat ik alles liet vallen. Nee, Lorenzo zette ik gewoon even rustig op de grond. Maar ik MOEST en zou de zolder opruimen. Een doos met Lego en ander speelgoed de logeerkamer in gemieterd. Zodat de kinderen me met rust zouden laten. Ken je dat gevoel van nesteldrang? Nou dit leek er wel wat op! Ik grijns en ga als een bezeten wild wief te keer. Alles, daarmee bedoel ik echt alles heb ik op het gangetje van de zolder gegooid.. Wat een zooi zeg! Babyspullen apart gezet, die doe ik weg, staan me enorm in de weg. Lang leve Marktplaats. Na een paar uurtjes ploeteren tussen de zooi vond ik een dagboekje van een jaar of negen geleden. Toen hadden we nog geen Hyves, internet gebruikten we nog niet privé. Toen schreef ik mijn dagelijkse beslommeringen in een schrift.

Gefascineerd bleef ik lezen. Over mijn begin periode als Apeldoornse, het daarbij behorende stappen, feesten, drinken, de vrienden, het werk, het huis aan de Mr. van Hasseltlaan en liefdes. Ineens hakte het er in. Jeeeetje, er was eens een tijd dat ik jong en onbezonnen was. Wat een eeuwigheid geleden. Ik las verbaasd hoe simpel mijn leventje toen was. Tristan kwam telkens vragen wat ik aan het doen was.

‘Mama wat ben jij aan het lezen dan? Jouw boekje die oma schreef toen jij een kindje was?’ Ik antwoordde: ‘Tja, zo zou je het wel kunnen noemen mannetje.’ Kremie, wat voelde ik me even oud. Wat kan je leventje veranderen in negen jaar tijd. Toen woonde ik nog aan de Mr. van Hasseltlaan en was ik zoekende naar wie ik was. Woonde ik in het gezelligste huis in Apeldoorn. We deelden lief en leed met elkaar (en de inhoud van de koelkast). Gossie, wat een wereldtijd was dat! Maar als je me vraagt of ik terug zou willen? Misschien voor een dagje, met de kennis van nu. Dan zou ik de vrienden zeggen, dat onze vriendschap zou verwateren met de tijd. Dat we alleen nog maar de herinnering hadden, iets waar we volgens mij nooit aan dachten toen we er middenin zaten. Gelukkig heb ik die herinneringen opgeschreven. Toen ik dat opschreef had ik nooit van mijn leven gedacht dat ik later, als moeder van twee kinderen, keurig getrouwd (met een huisgenoot), op mijn ‘grote-mensen-zolderkamertje’ die tijd weer zou herbeleven. En ervan zou genieten! Daarom wil ik deze blog dan ook opdragen aan al mijn huisgenootjes van toen, en de mensen die toen een hele belangrijke rol in mijn leven speelden.

Janet, Eddy, Dennis, Sylvia, Debby, Wilco, Lies, Bas, Mariëlle, Marloes, Emiel, Ivo Bedankt !

Angelique van Dam – mei 2010

 

Teken van leven

Weer een teken van leven. Ik had al gezegd: ik moet er even aan wennen dat ik een eigen website heb.

Ik denk dat dit de bewustwordingsfase is! hahaha! Wilde even met je delen dat ik ergens begin maart het eerste deel van de opleiding heb afgerond. En nog wel met een negen!
Oooeeeeiii, wat was ik trots! Zo blij als een kind. Debiel natuurlijk, maar goed. Cijfers blijven beoordelingen en waarom niet blij zijn dan? Inmiddels ben ik beland bij de eerste inzendopdracht van het Kinderverhalen gedeelte. Helemaal leuk!! Ik was zo blij dat ik eindelijk daaraan mocht beginnen. Ik heb de opdracht klaar, en ik slaap er nog een nachtje over, maar wil het toch wel in gaan sturen van ’t weekend.

Oh, dat vergeet ik helemaal te zeggen! ik ga vanaf deze maand, maandelijks bloggen op de website van Johan. Ik heb de tekst al ingeleverd en het zal geplaatst worden op de eerste dag van de lente!! JEAAAAHH! Nou, als ik weer meer te melden heb, dan lees je me wel weer. Zoals ik al zei: ik moet even wennen aan het feit dat ik een eigen website heb. En tja, ik moet de rest natuurlijk nog vullen…dus schrijven. Eerst maar even de rest schrijven dan.. En dan kan Ivo weer verder met het bouwen van de site.

Toedeledokie!
Angelique

Bloggen

Hallo allemaal,
Jawel, ik heb mezelf weer wat op mijn nek gehaald.

Ik ga bloggen op de site van Johan. Zodra ik helemaal duidelijk heb wat de bedoeling is, dan hoor je meer. Mijn eerste blog: op 21 maart a.s.

Hey, die ga je toch ook wel lezen??
Ik zal zeer binnenkort de de link hier zetten.

Groetjes en geniet van deze zonnige zondag.. Lekker puh! Geen vlokje sneeuw gezien hier!

Groetjes en fijne week allemaal!
Angelique

www.jovadre.com/ blog van mijn gasten (daar staat mijn blog)

Schrijven

Jep, en daar zit je dan, met je goeie gedrag en BERGEN inspiratie maar toch niets om te gebruiken voor mijn opleiding..

Huh? Opleiding ik??? JA, opleiding JA!

Je weet wel, leren.. nou goed, het gaat me vrij goed af, maar nu moet ik mezelf feedback gaan geven..

Hoe had ik dat gedacht te doen? Nou, zul je zeggen: gewoon een stuk tekst pakken en dan commentaar en kritiek gaan geven.

Jep, helemaal mee eens! maar als ik dat doe, dan brand ik mezelf helemaal bij mijn tenen af.
En zit ik bibberend en bevend te wachten op het antwoord van mijn docente.. Niet echt een lekker begin van het weekend als je ’t mij vraagt.

Er zijn al aardig wat van mijn teksten die bekommentariseerd zijn door mensen die d’r verstand van hebben, maar voor nu dus niets splikspinter nieuw om te gebruiken . Wat moet ik dan.. iets nieuws schrijven?? Toch iets ouds gebruiken..

Behalve mijn geneuzel op Hyves. Dat is wel altijd nieuw en up to date.. Dat overweeg ik nu dus..

Schrijf ik de vorige blog over het regenachtige weertje, krijg ik commentaar.. Of het soms binnen regent.. Tja, daar heeft Bloem weer een punt..

Op zich heb ik daar natuurlijk wat aan, maar ik weet dat jij mijn blog leest omdat je denkt dat ik weer iets bijzonders/bizars of zo heb meegemaakt. En dat je niet hier komt om te lezen over mijn angsten en dromen en andere hersenspinsels..

Mijn blogs hier zijn meer een reflectie van de dag of het moment, en die rammel ik er dan ook zonder pardon uit. Zonder ‘een nachtje slapen’ of ‘zonder enige spellingscheck’

Even om in de trend van mijn bloggedrag verder te gaan:
Het enige wat ik vandaag heb meegemaakt:
Ik mag geen buisjes! En dat wou ik nou net zo graag! (paarse als het kon) Jammer, het volgende stadium voor mij is een gehoorapparaatje..

Tja, nu weer even ON TOPIC, ik slaap er nog een nachtje over…
Mocht er een blog zijn die je heeft geraakt of wat dan ook, laat het me ff weten, misschien kan ik die gebruiken..

Had je niet gedacht he? dat ik JOU nou een keertje aan het werk zou zetten voor mij!

Sweet dreams
Angelique