Een grafsteen, die moest ik hebben…

Eigenlijk zou ik enorm in de stress moeten zitten voor de snel naderende deadline van mijn verhaal over Laura en haar koe. De deadline is komende zaterdag, middernacht. Klinkt wat duister, dat ‘middernacht’ vind je ook niet? Nu ben ik van plan om zeer binnenkort mijn duistere kant eens te laten zien.
Halloween staat weer voor de deur. Een feest waar ik altijd reikhalzend naar uitkijk. Want dán mag ik eindelijk weer eens de verkleeddoos in. Nee, ik huur geen dure Halloween outfit. Ik trek gewoon van alles uit de kast. Pak een fleecedeken en verbouw die tot heuse heksencape, pak mijn galahandschoenen en een korsetje uit mijn uitgaansperiode (errug lang geleden), haal die oude laarzen van zolder, trek en te lange zwarte rok uit mijn kast en laat de voorpret maar beginnen. Zo gaandeweg verzamel ik van alles om me heen.

Die pret begon al half september. Toen de juffen van school vroegen of ons huis weer ‘Halloweenhuis’ mocht zijn. Ik zwaaide al met mijn bezemsteel ‘ja ik wil!’. En dan begint er bij mij van alles te borrelen. Ik ging naar het dorp voor iets onzinnigs (vast shampoo of zo) en kwam terug met een tas vol Halloween spullen. Niemand dacht op dat moment al aan Halloween (en maakte zich vooral druk dat de pepernoten al weer in de winkels lagen.)
Ik kocht een spinnenweb, een Halloween schaaltje voor het snoep en een nieuwe heksenmuts compleet met gesp. Ik stuurde mijn lief met de kinders op pad voor mooie pompoenen. En zag bij de Xenos een grafsteen, zo gaaf! Die moest ik hebben.

Hoe bizar kan het zijn, dat ik, keurige moeder/secretaresse/schrijfster zo enorm op kan gaan in een verkleedfeestje van een uurtje. Het kan me niet schelen. Omdat ik nog niet ‘compleet’ genoeg was ging ik surfen op het wereldwijdeweb. Ik kwam honderden verkleedwinkels tegen. Ik wist alleen nog niet precies wat ik zocht. En toen zag ik het. Een heuse heksenpruik, met gitzwarte haren en twee keigrijze banen. Die pruik, daar stond mijn naam op! Hup in mijn digitale winkelmandje en laat maar komen. Natuurlijk zat er een weekend tussen en moest ik (naar mijn bescheiden mening) té lang wachten op mijn pakje.

Maandag kwam ik thuis van het werk. Briefje van de Postnl meneer, -Dat mijn pakje was afgeleverd bij mijn buurtjes-. Je raadt het al: ik vond dat briefje om elf uur ‘s avonds. Wat moest ik me inhouden om het pakje niet op te halen.

En toen, vanmiddag rond etenstijd, kwam de buurman mijn pakje brengen. Ik deed heel cool. ‘Dank je P., tof!’
Ik knalde de deur dicht en scheurde (tot grote verbazing van de kinderen) de doos aan gort. Daar zat ie in. Mijn heksen pruik en zwarte lippenstift. Ik scheurde, als een of ander geflipt tiepje, het plasticje van de pruik en scheurde het zakje van de lippenstift kapot. Schoof de pruik over mijn haren, stiftte mijn lippen zwart en liep naar de spiegel. Ik kwam niet meer bij! Dit is belachelijk en daarom geweldig!! De kinderen wilden gelijk een foto van me maken (wedden dat ik die ooit nog eens terug zie als ik vijftig word of zo). De pruik vonden mijn mannetjes okay, lekker gek zeg maar. Maar die zwarte lippen, dat was té eng. Toen ik ze vanavond naar bed bracht, ben ik, gewapend met pruik en lippenstift, naar mijn schrijfkamertje gegaan. Daar heb ik Laura (van mijn verhaal) gedag gezegd, mijn tong uitgestoken naar haar en ben de verkleeddoos in gedoken. Heb me in mijn zelf-bij-elkaar-geschraapte outfitje gehesen en heb heel hard om mezelf gelachen. Zeggen ze niet hoe ouder hoe gekker? Gelukkig, ik word zaterdag 36, het eind van al deze gekkigheid is nog niet in zicht.

© Angelique van Dam – oktober 2011